Vlaanderen zit met een historische erfenis van vervuiling met zware metalen. Daarom werkt de Openbare Afvalstoffenmaatschappij van het Vlaams Gewest (Ovam) aan een proefproject met groenbeplanting die de vervuiling kan vasthouden en die Vlaanderen helpen bij het halen van de Kyoto-normen.
Het proefproject houdt in dat in het Kempense Balen op een viertal hectare, die
verontreinigd zijn met zink en cadmium, koolzaad en kaphout geplant worden.
Deze beplantingen houden de vervuilende stoffen vast en doordat ze als groene
energiebron gebruikt kunnen worden, dragen ze een steentje bij tot het behalen
van de Kyoto-klimaatnormen voor de reductie van de uitstoot van broeikasgassen.
Bij verbranding komen de zware metalen namelijk niet opnieuw vrij, als er tenminste
goed gefilterd wordt.
Vier maanden lang hebben 300 experts zich gebogen over de vraag wat Vlaanderen moet doen om Kyoto te halen. Op 14 december 2005 kwamen ze met conclusies. Vooral de burger moet zich inzetten: minder met de wagen rijden en beter bouwen is de boodschap.
Ondanks het Kyoto-protocol is de uitstoot van broeikasgassen alleen maar
toegenomen.
Terwijl Vlaanderen in 1990 87 miljoen ton CO2-equivalenten de lucht
inblies, liep dat in 2003 op tot 91 miljoen ton. Volgens voorlopige cijfers van
de Vlaamse milieumaatschappij was er vorig jaar een lichte kentering - we zouden
nog maar 90 miljoen ton uitstoten - maar we blijven ver verwijderd van de
Kyoto-doelstelling die op 83 miljoen ton is vastgelegd.
Daarom nam minister Kris Peeters het initiatief om samen met iedereen die
enigszins betrokken was bij het probleem - bedrijven, werkgevers en werknemers,
boeren, milieuorganisaties... - na te gaan wat Vlaanderen meer kon doen om
alsnog de doelstellingen te halen.
Na vier maanden van intensief overleg kwam de Vlaamse klimaatconferentie naar
buiten met zijn voorstellen. De volgende zaken vielen op:
In de eerste plaats het enorme pakket aan maatregelen die voorgesteld werden:
365 om precies te zijn. Die zijn verdeeld over acht beleidsdomeinen, gaande van
'gebouwen' over 'mobiliteit' tot 'goed bestuur'. Maar de meeste maatregelen
hebben betrekking op gebouwen en energie (124 maatregelen), en mobiliteit (68
maatregelen).
De klimaatconferentie formuleert de grote doelstellingen als volgt:
·
We moeten evolueren naar klimaatvriendelijker
wonen dat verder bouwt op de energieprestatieregelgeving.
·
Inzake mobiliteit moet er een ommezwaai komen
naar transport over water, openbaar vervoer en fiets, aangevuld met nieuwe
innovatieve generaties van motoren en brandstoffen.
·
Onze productie- en consumptiepatronen moeten
evolueren naar grotere duurzaamheid.
·
De lokale overheden moeten een grotere rol
spelen, omdat zij dicht bij de mensen staan.
...
Kortom: vooral de gewone burger moet zijn levenswijze aanpassen. Hij moet
minder met de wagen rijden en zijn huis beter isoleren.
Dat het aan het burger is om verandering te brengen in de zaak, lag in de lijn
van de verwachtingen. Zowel het wegverkeer als de huishoudens zijn elk
verantwoordelijk voor ongeveer een kwart van de CO2-uitstoot. En het
is algemeen geweten dat de Vlaamse woningen niet zeer goed geïsoleerd zijn.
Bovendien hebben de grootste energie-intensieve bedrijven in de Vlaamse
industrie de voorbije jaren grote inspanningen geleverd. Uit een studie bleek
dat veertig procent van die bedrijven tot de wereldtop behoren inzake energie-efficiëntie.
Vooraleer aan hen gevraagd kan worden nog een tandje bij te steken, moet eerst
de burger gewezen worden op zijn verantwoordelijkheden.
Om het Kyoto-protocol te halen, kunnen onder meer de traditionele vervuilende energiebronnen vervangen worden door groene alternatieven.
Eén van de oplossingen is milieuvriendelijke stroom, die op de meest verscheidene manieren opgewekt wordt: van windenergie tot biobrandstoffen. Duurzame energie kwam voor het eerst op de commerciële markt in de jaren negentig en kostte toen nog een pak geld, maar vandaag de dag kan de prijs van groene stroom concurreren met die van traditionele energiebronnen.
In België wordt zo'n 2% van de elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen gewonnen. Dat is weinig vergeleken met Nederland (5%) en Duitsland (9%).
Tegenwoordig kun je kiezen uit een rijk gamma aan groene energiemogelijkheden.
Enkele voorbeelden van groene energie:
·
Windenergie: Windenergie is een zuivere en
schone energiebron die bij de productie van elektriciteit geen vervuilende
stoffen in het milieu brengt. Windmolens veroorzaken geen onzichtbare emissies,
noch stoten ze CO2 uit. Ze vergen ook geen aanvoer van brandstoffen.
Per kWh wordt ongeveer 0,7 kg CO2-uitstoot
vermeden. Een windturbine van 500 kW nominaal vermogen spaart per jaar evenveel
CO2 uit als wordt geabsorbeerd door 57.000 bomen.
Enkele voorbeelden van windmolenparken in België:
-
Villers-le-Bouillet : hier staan 6 windmolens, die elk 1,5 MW
ontwikkelen en 6000 gezinnen van energie voorzien.
- Walcourt : zes extra turbines, die
identiek zijn aan die van Villers-le-Bouillet.
- De haven van Gent: de windmolens van
het Kluizendok zijn de recentste installaties: er staan 11 windmolens van 2 MW,
die elektriciteit produceren voor 15.000 gezinnen.
·
Waterenergie: Het concept van waterenergie
berust op het idee om met water dat in beweging is energie op te wekken. De
kracht van stromend of vallend water wordt namelijk gebruikt om een
waterturbine te laten draaien. Net als bij de windmolen drijft de turbine een
generator aan die de bewegingskracht omzet in elektriciteit. In 2002 was de
totale, door waterkracht opgewekte hoeveelheid elektriciteit voldoende om circa
38.000 huishoudens van elektriciteit te voorzien.
Enkele voorbeelden van waterkrachtcentrales in België:
- Lixhe:
deze waterkrachtcentrale op de Maas produceert 18 MW
- Andenne: deze waterkrachtcentrale op
de Maas produceert 9 MW
- Floriffoux: deze waterkrachtcentrale
op de Samber produceert 1 MW
·
Biogas uit afval: Bij een biogasinstallatie
wordt biomassa in een zuurstofloze ruimte gebracht, waardoor onder andere
biogas ontstaat. Biogas bestaat voor een groot deel uit methaangas, dat door
bijvoorbeeld een warmtekrachtkoppeling omgezet wordt in duurzame stroom en
warmte.
De technologie die ervoor zorgt dat er door middel van vergisting methaangas vrijkomt, is al zeer oud en wordt op vele plaatsen in de wereld op kleine schaal toegepast, vooral voor huishoudelijk gebruik. Het produceren van elektriciteit door middel van biogas is niet afhankelijk van een natuurverschijnsel zoals wind of zon. Bijgevolg kan de hoeveelheid stroom die wordt opgewekt, gegarandeerd worden.
Een biogasinstallatie levert duurzame energie
voor zo'n 3500 huishoudens.
Enkele voorbeelden van biogas-installaties in
België:
- Zoutleeuw: deze biogas-installatie
produceert 2 MW
- Mont Saint-Guibert: deze biogas-installatie
produceert 9 MW
- Hallembaye: deze biogas-installatie produceert 2 MW
·
Zonne-energie: Zonne-energie is de energie van
de zon waarvan een klein gedeelte de aarde bereikt. De term zonne-energie wordt
meestal gebruikt voor de energie die wordt gewonnen uit de warmte van de zon.
We onderscheiden 2 soorten zonne-energie: elektrische zonne-energie en
thermische zonne-energie. De elektrische zonne-energie wordt gewonnen met
behulp van zonnecellen en de thermische zonne-energie wordt gewonnen met behulp
van zonnecollectoren. In België kan een oppervlakte van 10m2
fotovoltaïsche cellen jaarlijks 800 kWh opleveren, met een variërende productie
naargelang het seizoen: 0,6 kWh per dag in december en 4,21 kWh in juni.
·
Aardgas: Aardgas is een fossiele brandstof, die
veel minder vervuilend is en dus veel minder CO2 uitstoot dan
fossiele brandstoffen zoals steenkool, aardolie, bruinkool... Ook
aardgasvoertuigen stoten veel minder vervuilende stoffen uit dan voertuigen die
op benzine of diesel rijden. Aardgas bestaat namelijk voor het grootste
gedeelte uit methaan. Hierdoor levert het per eenheid energie het minste
kooldioxide, het gas dat bijdraagt tot het broeikaseffect. Verder produceert
een aardgasmotor een minder verzurende uitstoot dan traditionele brandstoffen.
Voertuigen die op aardgas rijden, voldoen aan alle geldende Europese
emissiestandaards.