Wat is het Kyoto-protocol?

Het protocol van Kyoto legt de industrielanden op hun globale uitstoot van broeikasgassen tegen 2012 met gemiddeld 5,2 procent te doen dalen in vergelijking met de situatie in 1990 maar rekening houdend met de enorme verschillen tussen de geïndustrialiseerde wereld en de rest. De gassen dragen bij tot het broeikaseffect dat aan de basis ligt van de opwarming van de aarde. Het terugdringen van de emissies met 5,2 procent is een gemiddelde.

 

           Het broeikaseffect: sommige gassen in de atmosfeer laten de warmte van de zon niet ontsnappen. Dat maakt de aarde leefbaar voor de mens. Maar extra gas, bijvoorbeeld geproduceerd door de mens, stapelt zich daarbij op en doet de aarde opwarmen. Dat broeikaseffect zou het klimaat van slag brengen: sommige gebieden warmen op, andere koelen af, ijskappen smelten, de zeespiegel stijgt.

           De broeikasgassen: het bekendste is koolstofdioxide of CO2 . Dat ontstaat door verbranding van olie, kolen en gas. CO2 hoopt zich op in de atmosfeer en isoleert de aarde. Andere broeikasgassen zijn methaan (CH4), stikstofdioxide (N2O), HFC,  PFC,  SF6.

Omdat het rijke Westen met zijn beter uitgebouwde economie het grootste deel  van de emissie voor zijn rekening neemt, moest het haast vanzelfsprekend de grootste inspanning leveren. De Derde Wereld kreeg binnen bepaalde grenzen een recht op vervuiling.

De EU, in 1997 nog met 15, ging een stapje verder en verbindt zich tot een daling van 8 procent en verdeelde de lasten onder de lidstaten. België moet tegen 2012 7,5 procent minder broeikasgassen uitstoten. Die 7,5 procent is behoorlijk relatief. Sinds het referentiejaar 1990 is de uitstoot in ons land immers constant blijven stijgen zodat we in werkelijkheid de emissie met 15 tot 20 procent zullen moeten terugdringen. Op dit moment zitten we zelfs 3 procent boven het uitstootniveau van 1990. Zonder bijkomende maatregelen blijft ons land in 2010 23 procent boven de maximaal voorziene uitstoot. Toch wijzen wetenschappers erop dat andere Europese landen vooroplopen in de ontwikkeling van milieuvriendelijke technologieën. België zou daar beter een voorbeeld aannemen, want die landen komen met hun technologie naar hier. Ooit liep België voorop in technologie van windturbines. Nu hebben de Denen, de Duitsers en de Spanjaarden ons voorbijgestoken. Ook op het vlak van energie uit biomassa halen, hebben ze een serieuze voorsprong.