Orkaanbestrijding

In de vroege jaren ’60 voerde het wetenschappelijke Project Stormfury een aantal onbezonnen experimenten uit. Ze probeerden de ontwikkeling van een orkaan tegen te houden door in de eerste regenstrook (rond de zogehete wolkenmuur = de ring wolken en hoge winden die rond het oog  van de orkaan cirkelen) de neerslag te vermeerderen. Dit deden ze door de wolken met zilverjodidekristallen te beschieten.
De resultaten van dit project waren echter weinig hoopgevend. Nu weten meteorologen waarom deze methode weinig of geen resultaten opleverde. Vroeger dacht men dat de stormen veel onderkoelde waterdamp bevatten, maar nu blijkt dat ze juist weinig onderkoelde waterdamp bevatten, waardoor de techniek van het beschieten geen resultaten kan opleveren.

Op het einde van de jaren ’70 had men dus ingezien dat die ‘beschietingmethode’ niets opleverde. Men wist toen niet goed hoe men orkanen zou kunnen bestrijden en daarom ging men technieken zoeken om de mensen toch tijdig te kunnen waarschuwen van de komst van orkanen.
Omdat de gedetailleerde koers van een orkaan moeilijk te voorspellen is, heeft een onderzoeksteam van de NCAR (National Council of Atmospheric Research) in 1979 de eerste  vliegtuigen met academici en nieuwe apparatuur uitgezonden om binnen te dringen in orkanen die het land naderen. De piloten kregen de opdracht voortdurend de gegevens van de orkaan door te seinen naar de laboratoria in Miami. Hierdoor konden de voorspellers in de laboratoria de koers van de orkaan precies voorspellen en de orkaanschade beperken, doordat de betrokken gebieden tijdig geëvacueerd konden worden. De orkaan bracht dan wel veel schade aan aan gebouwen en voorzieningen, maar de mensen zelf bleven gespaard. Nog steeds wordt deze techniek toegepast voor orkaanonderzoek. De bemanning van die vliegtuigen zoekt dan naar de sterkst stijgende luchtstromingen, elektrische velden, hevigste regenbuien enzovoort. Deze zaken zijn immers allemaal van belang bij het voorspellen van de verwoestende kracht die een orkaan kan ontwikkelen en de trekrichting van de orkaan.

Nu is men een nieuwe denkrichting ingeslagen voor het bestrijden van orkanen. Volgens Ross Hoffman, hoofdwetenschapper en vice-voorzitter Onderzoek en Ontwikkeling van Atmospheric and Environmental Research (AER) in Lexington, Massachusetts, is een orkaan een chaotisch systeem dat door bepaalde regels gestuurd wordt. Zo is een orkaan erg gevoelig voor zeer kleine veranderingen. Zo kunnen bijvoorbeeld kleine veranderingen in de locatie van grote windstromingen, oceaantemperatuur enzovoort de richting en de kracht van een orkaan beïnvloeden.

Vanuit deze gedachte is men bij het AER met behulp van gedetailleerde computermodellen van orkanen begonnen met het zoeken naar bepaalde acties die het gedrag van een orkaan zouden kunnen veranderen. Indien die acties daadwerkelijk dit gedrag zouden kunnen veranderen bij gesimuleerde orkanen op de computer, zou men die in de werkelijke wereld kunnen proberen toe te passen.

In 1992 voerde het AER experimentele computersimulaties uit. In september 1992 Raasde de orkaan Iniki over het Hawaïaanse eiland Kauai. Bij deze orkaan vielen talrijke doden, er was enorm veel materiële schade en hele bossen werden platgegooid.
Nadien heeft het AER van de orkaan Iniki een computersimulatie gemaakt en via die simulatie probeerde men de route van Iniki te veranderen. Om die route te veranderen, ging men eerst bepalen waar ze de storm wilden laten passeren, ze kozen een punt uit dat zo’n 95 kilometer ten westen lag van de oorspronkelijke plaats na 6 uur.
De computer berekende dan welke veranderingen er nodig waren opdat de orkaan na 6 uur dat punt zou bereiken. De belangrijkste veranderingen die de computer optekende waren de starttemperaturen en startwindsnelheden. Veel van die temperatuurveranderingen waren slecht tienden van een graad groot, maar er werd ook een temperatuurverandering opgetekend van 2°C groot. De windsnelheden ondergingen dan weer veranderingen van 3 tot 5 kilometer per uur, maar ook hier werd er zelfs een verandering opgetekend van 32 kilometer per uur.

Hoewel de originele en aangepaste versie van de orkaan Iniki dus een bijna identieke structuur hadden, waren de relatief kleine ingrepen aan de startpositie van de storm groot genoeg om ze in de eerste 6 uur meer naar het westen te verplaatsen.

Na dit experiment rees uiteraard de vraag dat als men inderdaad door kleine wijzigingen in de temperatuur, windsterkte… een orkaan in een bepaalde richting kon sturen, hoe men dat dan in werkelijkheid kon bereiken?
Het is uiteraard onmogelijk om de temperatuur van iets ontzaglijk groot als een orkaan plots te veranderen, maar het zou wel mogelijk zijn om de lucht rond een orkaan te verwarmen en op die manier de temperatuur over een langere periode te beïnvloeden.

bestrijding

Het AER wil nu experimenteel gaan onderzoeken hoeveel warmte er precies nodig is om de route of intensiteit van een orkaan te beïnvloeden. Wat alvast zeker is dat hiervoor enorm veel energie nodig zal zijn, maar het AER meent dat rond de aarde draaiende krachtcentrales daarvoor zouden kunnen zorgen.
Een andere mogelijkheid die het AER onderzoekt om zware tropische stormen te beïnvloeden is de warme voedingsbron van de zware tropische storm te beperken door op het oceaanoppervlak een bioafbreekbare laag olie te leggen die de verdamping van het warme oceaanwater vertraagt.
En zo zijn er nog een aantal andere mogelijkheden die het AER onderzoekt met betrekking tot het veranderen van luchtdruk, windsnelheden enzovoort.

Bron: EOS-magazine, november 2004

Auteur: Ross Hoffman
Vertaling: Raf Scheers

Terug naar top