Orkanen zijn grootschalige depressies die twee elementen nodig hebben om te ontstaan, namelijk vocht en warmte. Daarom komen ze enkel in tropische gebieden tot ontwikkeling, in de strook tussen 5° en 20° NB en ZB en in gebieden waar de temperatuur van het zeewater aan de oppervlakte hoger ligt dan 26°C. In de beginfase bewegen ze zich vrijwel altijd in westelijk richting om dan weg te draaien van de evenaar. Zo kunnen ze over land trekken of zich over de oceaan bewegen tot ze in een gebied komen waar het oppervlakte water kouder is en ze vanzelf afsterven.
‘Orkaan’, ‘tyfoon’ en
‘cycloon’ zijn verschillende namen voor hetzelfde fenomeen, maar welke naam
gebruikt wordt is afhankelijk van de plaats waar de ‘zware storm’ zich
voordoet.
De orkaan, tyfoon of cycloon is een enorm, spiraalvormig weersysteem met ontzettend krachtige winden en reusachtige stormwolken die voor de hevigste regens op aarde zorgen. In de kern van de orkaan bevindt zich een klein gebied waar het zo goed als windstil is en waar er een heldere hemel en warme lucht is waar te nemen. Een doorsnee orkaan heeft een diameter van zo’n 600 kilometer. De circulerende winden komen spiraalvormig samen in het kerngebied waar de diameter schommelt tussen 6 en 40 kilometer. De hoeveelheid neerslag geproduceerd door een volwassen orkaan ligt tussen de 8 en 15 mm. De extreme regenval die een orkaan veroorzaakt leidt meestal tot overstromingen en zelfs ook geregeld tot aardverschuivingen.
Eén enkele storm kan het uitzicht van een land in enkele uren tijd dus helemaal veranderen en voor catastrofale gevolgen zorgen voor mens en dier die hij ontmoet op zijn weg.
Terug naar top