Inhoudstafel

4          De negatieve gevolgen van de troposferische ozon

4.1       Algemeen

Troposferische ozon heeft een giftig effect op mensen, dieren en planten.

4.2       Gevolgen op de gezondheid

Ozon veroorzaakt soms acute klachten, zoals: geïrriteerde luchtwegen, hoesten, keelirritatie, onaangenaam gevoel op de borst, hoofdpijn, duizeligheid, misselijkheid en verergering van astmatische klachten. Soms leidt ozon ook tot stankoverlast.

Maar ozon kan ook chronische klachten veroorzaken, de bekendste zijn: kortademigheid, longontstekingen, grotere gevoeligheid voor luchtweginfecties, maar ook vaker en ernstigere klachten bij bestaande hart- en longaandoeningen.

Bij ongeveer 1700 sterfgevallen per jaar speelt het inademen van ozon een rol.

Deze gezondheidsproblemen komen niet altijd voor, maar als ze voorkomen is dit meestal als er een verhoogde ozonconcentratie te meten valt.

Naar top

4.3       Materiële schade

Ozon is schadelijk voor landbouwgewassen en planten. Dit kan leiden tot slechte oogsten en het ‘uitsterven’ van plantensoorten.
Ook kan ozon verwering van materialen veroorzaken.

Naar top

4.4       Zomersmog

Dit is een vorm van luchtverontreiniging.
Zomersmog wordt ook wel fotochemische smog genoemd. 

Zoals het woord zelf al zegt komt zomersmog enkel voor in de zomermaanden.
Het ontstaat immers bij mooi zomerweer met relatief hoge temperaturen en een zwakke oostelijke tot zuidelijke wind. (Ozon wordt normaal gezien immers verspreid door de wind, maar bij windstil weer blijft de ozon op een bepaalde plek hangen.)
Gelukkig verdwijnt zomersmog dan ook weer als er bewolking komt, de windrichting draait, het begint te regenen of de wind opsteekt.

Bij zomersmog bevindt er zich een verhoogde concentratie van stikstofoxiden, vluchtige organische stoffen, koolwaterstoffen, fijn stof (dit bestaat uit kleine, niet-zichtbare deeltjes en druppeltjes, die door de wind over grote afstanden kunnen worden meegevoerd) en natuurlijk ozon in de lucht.
Onder invloed van zonlicht reageren de stikstofoxiden en vluchtige organische stoffen tot ozon.

Belangrijke bronnen van zomersmog zijn het verkeer (vorming van stikstofoxiden, koolwaterstoffen en fijn stof) en de industrie (vorming van stikstofoxiden en koolwaterstoffen).
Hierdoor komt zomersmog dan ook vaker voor boven grote steden.

De ozonconcentraties zijn het hoogst tussen 12 en 20 uur.
Dit is te wijten aan de trage reactie tussen de stikstofoxiden en de vluchtige organische stoffen, die door het zonlicht, dat in de namiddag het felst is, veroorzaakt wordt.
Daarom wordt er tijdens een periode van zomersmog gevraagd om zware inspanningen te vermijden tussen 12 en 20 uur.
Vooral mensen met ademhalingsproblemen en oudere mensen moeten zich aan deze raad houden.
Bij een uurgemiddelde concentratie van 180 µg/m³ bereikt men de waarschuwingsdrempel voor de bevolking.
Wanneer men deze hoge concentraties verwacht, wordt de bevolking ingelicht via de pers en vraagt men iedereen om geen zware inspanningen te leveren tussen 12 en 20 uur.
Indien men toch wil werken, zal men zich moe en lamlendig voelen. Door de verminderde werking van de longen daalt het prestatievermogen immers.

Naar top