8 Maatregelen
8.1 Protocol van Montreal.
8.1.1 Algemeen
Het doel van het opstellen van het protocol van Montreal is dat door de beperkingen op het gebruik van ozonaantastende producten de ozonlaag zich gaat herstellen tot de situatie van voor 1980.
In het Montreal Protocol hebben verschillende landen
afspraken gemaakt om de aantasting van de ozonlaag te bestrijden.
Het internationale beleid heeft als doel de productie en het
gebruik van stoffen die de ozonlaag aantasten te beperken of stop te zetten.
Het produceren of gebruiken van halonen is voor de landen
die het protocol hebben ondertekend sinds 1994 verboden.
Voor chloorfluorkoolwaterstoffen (Cfk’s),
koolstoftetrachloride (CCl4) en 1,1,1-trichloorethaan (methylchloroform,
CH3CCl3) geldt dit verbod sinds 1996.
Hcfk’s zijn minder schadelijk voor de ozonlaag dan Cfk’s en
worden toegestaan als tijdelijke vervanger voor Cfk’s. Daarom is het gebruik
van Hcfk’s nog tot 2020 toegestaan.
Voor ontwikkelingslanden gelden deze verplichtingen pas
vanaf 2010/2020 (afhankelijk van de beschouwde stof), om ze meer tijd te gunnen
voor het introduceren van vervangende stoffen.
Geïndustrialiseerde landen mogen de stoffen nog produceren
voor export naar ontwikkelingslanden.
Deze maatregelen hebben reeds gunstige effecten gehad op de
kwaliteit van de ozonlaag.
8.2.1 Algemeen
Ook het Kyoto-protocol heeft als doel ervoor zorgen dat de
concentraties van broeikasgassen in de atmosfeer gestabiliseerd worden, zodat
gevaarlijke menselijke verstoring van het klimaatsysteem wordt voorkomen.
Dit niveau moet binnen een bepaalde periode bereikt worden,
zodat ecosystemen in staat zijn zich op natuurlijke wijze aan te passen aan
klimaatverandering, en de voedselproductie niet in gevaar komt.
Het protocol van Kyoto heeft betrekking op een aantal broeikasgassen: koolstofdioxide (CO2), methaan (CH4), stikstofoxydule (N2O), fluorkoolwaterstoffen (Hfk's), perfluorkoolwaterstoffen (Pfk's) en zwavelhexafluoride (SF6).
Voor de periode 2008-2012 moesten ze, tegen uiterlijk 2005,
al vooruitgang boeken, en de bewijzen daarvan voorleggen.
De Partijen ramen op nationaal vlak de door mensen
veroorzaakte uitstoot en absorptie van alle broeikasgassen die niet opgenomen
zijn in het protocol van Montreal.
Binnen de Europese unie worden alle internationale afspraken
in verband met stoffen die de ozonlaag beschadigen samengebracht in de Europese
Ozonrichtlijnen. Deze richtlijnen gelden voor alle EU-lidstaten en hebben als
doel alle ‘ozonvreters’ te doen verdwijnen uit de EU. Dit gebeurt in een aantal
stappen:
- Sinds 2004 is er een verbod op het gebruik van halonen
(vooral gebruikt als brandblusmiddel)
- Sinds 2005 een verbod op vrijwel alle toepassingen voor
methylbromide
- Vanaf 2006 is er een totaalverbod op productie van cfk's (
ook de productie voor medische doeleinden wordt dan gestopt)
- Vanaf 2015 is er ook een verbod op hcfk's (dit zijn
onvolledig gehalogeneerde cfk’s)
De Belgische maatregelen zijn gebaseerd op de internationale
richtlijnen.
De halonen, cfk’s en andere gassen die de ozonlaag sterk
aantasten zijn verboden.
Het gebruik en de productie van tijdelijke vervangers zoals
hcfk’s, die minder schadelijk zijn voor de ozonlaag, wordt ook afgebouwd.
Een punt waar vroeger veel aandacht aan werd besteed is het wel of niet gebruiken van spuitbussen onder druk. Omdat hier nu geen ozonvreters meer voor worden gebruikt is het echter niet meer schadelijk voor de ozonlaag om deze spuitbussen te gebruiken.
Dit gas wordt voornamelijk natuurlijk aangemaakt, maar ook de landbouw heeft hier een belangrijk aandeel in. Auto’s stoten naast CO2 ook in beperkte mate N2O uit. De uitstoot van uitlaatgassen is dus ook belastend voor de ozonlaag, al heeft het niet zo veel impact.
Naar verwachting zal het jaarlijkse gat in de ozonlaag vanaf 2010 voortdurend kleiner worden, omdat de ozonvretende stoffen langzaamaan uit de atmosfeer verdwijnen.