Hydro-elektriciteit maakt gebruik van waterkracht om turbines aan te drijven. Deze energie kan echter alleen opgewekt worden in een landschap met veel verschillen in de hoogte van het waterniveau. Er zijn twee vormen van waterkracht in een rivier, grootschalige en kleinschalige waterkracht. Bij grootschalige waterkracht wordt er een dam gebouwd in een rivier. Hierdoor ontstaat een stuwmeer en via een sluis kun je water doorlaten. Door het water door de turbines onder in de dam te laten stromen wordt er een grote hoeveelheid elektrisch vermogen geleverd. Het nadeel van deze manier is dat er grote gebieden onder water komen te staan. Daardoor moeten soms hele dorpen verplaatst worden en kan er schade aan het ecosysteem ontstaan of kan het landschap worden aangetast.Bij kleinschalige waterkracht wordt in de rivier een stromingscentrale neergezet. Hierbij wordt er geen reservoir gevormd, maar wordt het water direct gebruikt.Zulke centrales wekken tussen de 100 kilowatt en enkele tientallen megawatt op.
In zee kun je gebruik maken van de verschillen tussen eb en vloed om turbines aan te drijven. Je kunt ook energie opwekken door gebruik te maken van de golven op zee. Salter-golfmotoren maken gebruik van golfbewegingen om energie op te wekken. Maar om een redelijk rendement te halen heb je heel veel motoren nodig.Windenergie is tot nu toe de meest rendabele en schone manier van energie productie. Het kan alleen niet in enorme hoeveelheden. Om een enkele elektriciteitscentrale te vervangen zou je honderden windmolens neer moeten zetten. Een ander nadeel van windmolens is dat ze nogal opvallen in het landschap. Het rendement is bovendien afhankelijk van de plek waar ze staan en van de heersende winden. Als er geen wind is wordt er geen energie geproduceerd. De wind laat de propellers draaien die in verbinding staan met een generator.
5.1.3 Kernenergie
Met behulp van kerncentrales kunnen grote hoeveelheden elektriciteit worden geproduceerd zonder uitstoot van CO2 . Het is een efficiënte en niet te dure manier. Maar na ongelukken in Amerika, Japan en Rusland – waarbij slachtoffers vielen en radioactieve stoffen vrijkwamen die de hele gebieden op slag onbewoonbaar maakten – is het protest tegen kerncentrales overal ter wereld sterk toegenomen. Tsjernobyl (1986) was hier een verschrikkelijk voorbeeld van. Daarbij komt nog dat men geen raad weet met het kernafval.
5.1.4 Zonne-energie
In principe zouden we makkelijk alle energie die we nodig hebben uit zonne-energie kunnen halen. Dat zou echter heel duur zijn omdat je dan overal zonnepanelen zou moeten plaatsen. In landen waar ’s zomers veel vraag is naar energie – voor airconditioning bijvoorbeeld – zijn zonnepanelen een goede oplossing Maar in Europa, waar de vraag ’s winters het grootst is wanneer de zon niet zo fel schijnt, zijn zonnepanelen minder bruikbaar.
5.1.5 Verbranding van biomassa
Verbranding van biomassa is het verbranden van biologische producten. Dit lijkt grote gevolgen te hebben voor het milieu aangezien er CO2 ontstaat bij de verbranding van hout of ander biomassa. In een centrale waar ze biomassa verbranden, zetten echter ze evenveel bomen weer neer en die halen evenveel CO2 uit de lucht als er bij de verbranding vrijkomt. Die bomen die opnieuw gepland zijn worden weer als biomassa gebruikt. Daarom wordt biomassa een hernieuwbare energiebron genoemd. De biomassa wordt omgezet in warmte en elektriciteit.