Aan
de evenaar is de lucht het warmst omdat de zon recht boven dit gebied staat.
Deze zone wordt de intertropische convergentiezone genoemd. In dit gebied
ontstaan de buien die zich later kunnen
ontpoppen tot orkanen.
De zone schuift
gedurende het hele jaar heen en weer over de evenaar (van noord naar zuid) en
is zeer onstabiel. De buien en onweerswolken ontstaan er door de stijging van
de warme lucht. Deze onweerswolken blijven groeien, vaak tot 15 of 16 km
hoogte. Er ontstaan gebieden met buien. In de intertropische convergentiezone
overheerst normaal een zwakke oostelijke achtergrondstroming. Hierdoor bewegen
de buien westwaarts.
Als nu het systeem in aanraking komen met zeewater van 26.5 graden of meer, zal
het water het systeem voeden. Door de rotatie van de aarde en de samenstromende
lucht zal het hele systeem beginnen draaien. (Omdat de krachtwerking van de
aardrotatie op de evenaar er nauwelijks is, zullen orkanen op de evenaar niet
of slechts zeer zelden voorkomen.) Als de regen - en windintentie steeds groter
wordt, kan het systeem uitgroeien tot een tropische storm (gemiddeld 58 km/h)
en bij nog veel grotere windsterktes (min 118 km/h) zelfs tot een orkaan. In
dit laatste geval is er meestal ook al een oog ontstaan in het centrum van de
orkaan.