Gevolgen

Zeespiegel

Dertigduizend jaar geleden waren de zeeën ongeveer 50 meter minder diep. Sinds de stijging van de temperatuur is er veel meer ijs gesmolten en zijn de zeeën dieper geworden. De laatste duizend jaar bedroeg de stijging van de zeespiegel niet meer dan twee centimeter per duizend jaar. De laatste eeuw stijgt het zeeniveau echter veel sneller. De Noordzee is in die 100 jaar met 20 centimeter gestegen, de Waddenzee met 44 centimeter.
Deze fenomenen zijn gevolgen van slechts gedeeltelijke afsmelting van gletsjers en poolkappen. Als al het ijs zal smelten, dan zal de zeespiegel 70 meter stijgen en Nederland tientallen meters onder water staan!
Maar niet alleen het smelten van ijs zorgt voor een stijging van de zeespiegel. Ook het uitzetten van oceaanwater speelt een rol. Water zet namelijk uit als het warmer wordt.

Hoeveel zal de zeespiegel stijgen in de 21e eeuw?

Verwachtingen voor de zeespiegelstijging zijn gebaseerd op berekeningen met klimaatmodellen. Volgens de meest recente schatting van het IPCC (Intergovernmental Panel on Climate Change) zal in het jaar 2100 de zeespiegel 9 tot 88 cm hoger zijn dan nu. Deze stijging wordt veroorzaakt door:
•    de uitzetting van het zeewater
•    het smelten van gletsjers en landijs
•    het smelten van de Groenlandse ijskap
Wel mogen we de toegenomen sneeuwval op Antarctica niet verwaarlozen, want deze zal ervoor zorgen dat de zeespiegelstijging met 20% zal verminderen.
Volgens deskundigen zal, als er nu geen maatregelen genomen worden tegen het broeikaseffect, de zeespiegel de komende eeuw tussen de 30 en meer dan 100 centimeter stijgen.


Wat als de zeespiegel stijgt?

Als de zeespiegel stijgt, treft dat vooral de lagere delen van de wereld. Rivieren stijgen en kunnen hun loop verleggen. Kuststroken komen onder water te staan.
Bij een zeespiegelstijging van één meter verdwijnt er over de hele wereld ongeveer één miljoen vierkante kilometer onder water, een gebied zo groot als Frankrijk.
Dit lijkt niet erg veel, maar het is een feit dat juist in de kustgebieden veel mensen wonen, omdat de lage, vlakke gebieden vruchtbaar zijn en geschikt voor de landbouw. Ook liggen daar de mogelijkheden voor visserij en handel via zeeroutes.