De aarde wordt verwarmd door de zon. Een
gedeelte van de zonnestraling wordt door de atmosfeer terug de ruimte in
gekaatst, een ander deel wordt omgezet in warmte op aarde. Ook deze warmte verdwijnt
gedeeltelijk de ruimte in (een uitgebreidere uitleg van de werking van het
broeikaseffect: zie 1.3). Natuurlijke broeikasgassen, zoals waterdamp en CO2
zorgen ervoor dat de warmte die de aarde uitstraalt gedeeltelijk wordt
teruggekaatst; deze gassen leggen een warme deken om de aarde. Dit noemt men
het broeikaseffect.
Zonder het natuurlijke broeikaseffect zou de gemiddelde temperatuur op aarde op jaarbasis -18 graden Celsius bedragen, in plaats van de huidige +15 graden. De atmosfeer houdt de aarde dus 33°C warmer. Zonder atmosfeer zou er sprake zijn van een ijstijd en zou er dus geen leven mogelijk zijn.