Inleiding IJstijden

HOME

GLETSJERS EN IJSKAPPEN

IJSTIJDEN

SMELTEN VAN HET IJS

TOEKOMSTVERWACHTINGEN

BESLUIT

CONTACT









In de voorbije miljard jaar zijn er minstens 6 ijstijden geweest. Deze ijstijden duurden elk ongeveer 50 miljoen jaar lang en tussen elke ijstijd zat ongeveer 150 miljoen jaar. Maar vele mensen denken bij het horen van de term ‘ijstijden’ aan korte perioden met extreme koude, periode van ongeveer 10 000 jaar. Maar als wetenschappers de term ijstijd gebruiken bedoelen ze een periode met een temperatuurdaling over de hele wereld. Tijdens zo’n periode gaan de ijsmassa’s uitzetten  en inkrimpen.

Momenteel bevinden we ons in een ijstijd, in een interglaciaal, een periode waarbij het ijs zich gaat terugtrekken. Zo is het ijs van Groenland sinds de laatste ijstijd tot wel 200 km teruggetrokken.

Tijdens een glaciale perioden, een periode waarbij de ijsmassa gaat uitzetten, is niet de hele wereld bedekt met ijs maar de ijsgrens ligt wel veel dichter bij de evenaar. Momenteel licht de ijsgrens van permanent poolijs op het noordelijk halfrond ter hoogte van ijsland, ter hoogte van 66,5° NB, maar tijdens de laatste glaciale periode kwam het ijs bijvoorbeeld ter hoogte van Nederland.

Tijdens een glaciale periode is de hoeveelheid permanent ijs veel groter dan tijdens een interglaciale periode. Zo lag de zeespiegel tijdens de laatste glaciale periode 120 meter lager dan de dag van vandaag. Maar hierbij moet men er wel nog aan denken dat het grondoppervlak onder de enorme ijsmassa lager komt te liggen dan bij wanneer er geen ijs opligt. Zo was bij het begin van de laatste ijstijd het aardoppervlak 800 meter gedaald. Tegen het einde van deze ijstijd was de ijsmassa dunner en was het aardoppervlak terug 500 meter gestegen, dus de aardkorst lag nog 300 meter lager dan voor de ijstijd. Vandaag de dag ligt de aardkorst gemiddeld nog 50 meter lager dan voor de laatste ijstijd.

 

TERUG NAAR IJSTIJDEN