|
Wat
is een orkaan?
De dreigende nadering van een orkaan Hoe ontstaan orkanen? De werking van een orkaan Hoe sterven orkanen? Orkanen in verschillende sterkten Voorkomen van orkanen Aantal orkanen Wat
is een orkaan?
Orkanen zijn schadelijk en gevaarlijk. Een orkaan, tyfoon en een tropische cycloon zijn allemaal namen voor hetzelfde. Het is een superstorm met veel regen en extreme wind die in de buurt van eilanden of wanneer hij in de buurt van de kust komt schade kan veroorzaken. Ze komen voor in de (sub)tropische gebieden van de aarde en zijn soms langzaam, soms razendsnel. Uiteindelijk komen ze in koudere gebieden of op land waar ze verdwijnen. Orkanen geven regelmatig neerslagsommen van boven de 500 millimeter in een etmaal. Naast overstromingen door extreme regenval en stormvloed, hoge golven en wind, kunnen in bergachtige gebieden ook aardverschuivingen optreden. De dreigende nadering van een orkaan Hoe ontstaan orkanen? In de buurt van de evenaar is de lucht het warmst. Dat komt doordat dat gebied gemiddeld gezien de meeste zonnestraling in een jaar ontvangt. De lucht gaat omhoog en wanneer het onstabiel is ontstaan er buien. Dit gebied heet de Intertropische Convergentie Zone (ITCZ) en deze schuift gedurende het jaar van zuid naar noord en weer terug en passeert daarbij 2 maal de evenaar. De zone verplaatst zich tussen 12 graden Noorderbreedte en 12 graden Zuiderbreedte. Een willekeurige plaats in de buurt van de evenaar, zoals Paramaribo, ziet deze zone twee keer per jaar passeren. Zo is het droog met een zuidwestelijke wind, dan is het weer nat en dan weer droog met een noordoostelijke wind. In deze onstabiele zone ontstaan buien. Onweerswolken groeien maar door, vaak tot 15 of 16 kilometer hoogte. In de ITCZ heerst een zwakke oostelijke achtergrondstroming. Met deze stroming bewegen de buienclusters langzaam westwaarts. De werking van een orkaan Tropische orkanen ontlenen hun energie aan warm zeewater waarvan de temperatuur minimaal 26 graden bedraagt. In een orkaan beweegt de lucht in een spiraalvorminge beweging van buiten naar binnen en neemt daarbij zeer veel vocht en warmte van het warme water op. Vlak bij het "oog" stijgt de lucht vervolgens op naar 12-15 km hoogte waardoor zich rondom het oog permanent een muur van zware buien bevindt. In deze buien komt zeer veel condensatiewarmte vrij. Hierdoor is de kern van de orkaan ongeveer 10 graden warmer dan de buitenkant. Aan de bovenkant van de orkaan spiraliseert de lucht vervolgens weer naar buiten en daalt daarbij op grotere afstand van het oog weer naar zeeniveau. Hierdoor wordt het temperatuurverschil tussen zeeniveau en 12-15 kilometer hoogte in stand gehouden. Een dergelijk groot temperatuurverschil zorgt ervoor dat de lucht heel makkelijk kan opstijgen. De lucht is op z'n weg door de buien heel veel vocht in de vorm van zware regen kwijtgeraakt en dus heel droog geworden. De lucht kan nu weer veel vocht opnemen op weg naar het centrum van de orkaan en hiermee begint het proces opnieuw. Het sterkste windveld Het sterkste windveld bij een orkaan is gezien vanuit het oog te vinden aan de rechterkant van de trekrichting. Althans op het noordelijke halfrond. De winden draaien rondom de orkaan tegen de klok in. Aan de rechterkant worden de winden versterkt vanwege de beweging van de orkaan zelf (windvector en trekvector zelfde richting), aan de linkerkant afgezwakt (windvector en trekvector tegengesteld). Op het zuidelijk halfrond werkt het omgekeerd. Daar zit het sterkste windveld aan de linkerkant van de trekrichting. Hoe sterven orkanen? Wanneer een orkaan boven land komt verliest deze binnen korte tijd zijn voedingsbron van het warme vochtige zeewater. Bovendien is de wrijving boven land veel sterker dan boven het water. Daardoor wordt de voedingsluchtstroom sterker afgebogen in de richting van de kern en vult de lagedrukkern sneller op. De orkaan wordt daardoor minder actief. De zware regenbuien zijn boven land nog niet meteen verdwenen. Ze veroorzaken enorme neerslaghoeveelheden in korte tijd (Tot soms 500 mm in 24 uur) en vooral in bergachtige gebieden leidt dit tot rampzalige overstromingen. Ook komen bij de buien van een tropische orkaan vaak tornado’s voor (Een tornado is net zoals een orkaan een draaiende wind, maar toch is een tornado niet hetzelfde als een orkaan. Tornado’s zijn ongeveer 700 à 800 meter breed terwijl een orkaan wel honderden kilometers breed kan zijn. Ze ontstaan ook op een andere manier en op andere plaatsen). Wanneer een tropische orkaan zich in een gebied met weinig wind boven in de atmosfeer bevindt trekt ze maar heel langzaam, soms maar 5-10 km/uur. Wanneer de hoogtewind toeneemt gaat de orkaan sneller trekken. Bovendien zorgt de toename van de wind met grotere hoogte ervoor dat het systeem als het ware "scheef" komt te staan. Dit scheef staan zorgt er ook voor dat de orkaan in activiteit afneemt en sneller gaan trekken. Wanneer een orkaan naar het noorden trekt en boven zee blijft, neemt de voeding van de orkaan ook af. Dit komt doordat het zeewater op noordelijker breedten steeds minder warm wordt en de orkaan steeds minder energie krijgt. Het systeem wordt dan een tropische storm en vervolgens een tropische depressie. Orkanen in verschillende sterkten Orkanen zijn onderverdeeld in vijf
categorieën:
Een orkaan is 500
km breed en een superorkaan 1000 km. Het meeste
geweld speelt zich af in een gebied van 100 kilometer rondom de kern
(Het oog)
. De druk in de kern daalt bij goed ontwikkelde orkanen tot onder de
920 hPa.
Kenmerkend
voor
orkanen is verder het oog. In het midden van een
orkaan is het windstil. Eerst staat er een windkracht 12 of hoger uit
noord,
dan is het windstil en enkele uren later is er een windkracht 12 of
hoger uit
het zuiden.
In het Atlantisch en oostelijk Pacifisch gebied (langs de westkust van de Verenigde Staten) spreekt men van "Hurricanes", in de Indische Oceaan van "Tropical cyclones" en in de westelijke Pacific (Bij Japan, China en Filipijnen) van Typhonen.
In welke periode komen orkanen en tropische depressies voor op een bepaalde plek op aarde?
In jaren met sterke ENSO (El Niño) zijn er weinig orkanen in de Atlantische Oceaan en juist veel in de W-Pacific. In gebieden met een moessonregime (Zuidchinese Zee en de N-Indische Oceaan en Arabische Zee) ontstaan ze alleen tijdens het begin en het einde van de moesson(natte tijd in tropische gebieden).In uitzonderlijke gevallen ontstaan tropische stormen boven minder warm zeewater (22-23 graden) of vlak boven de Evenaar. (voorbeeld: Olga 2001 en Vamei 2001) Mensen die een orkaan meemaakten vertelden dat hun oren gingen suizen door de luchtdrukveranderingen. In uitzonderlijke situaties tijdens de passage van een orkaan valt meer dan 1000 millimeter in korte tijd. In juli 2001 viel in Baguio (Filipijnen) tijdens de passage van Utor 1121 millimeter in dertig uur tijd. Aantal orkanen Orkanen in het Noord-Atlantische gebied (hurricanes) worden sinds 1950 goed waargenomen met vliegtuigen en satellieten. In de tweede helft van de jaren negentig waren er daar meer tropische stormen en sterke orkanen dan in de jaren zeventig en tachtig. Het is verleidelijk dit aan klimaatverandering toe te schrijven, maar de jaren '50 en '60 waren eveneens zeer actief. Deze schommeling lijkt nauw samen te hangen met de droogte in de Sahel in de jaren '70 en '80. Op onderstaande grafiek staan het aantal tropische stormen (blauw) en sterke orkanen (rood) in het Caraïbische gebied en boven de Noord-Atlantische Oceaan per jaar vanaf 1944 afgebeeld. De getrokken lijnen geven het 10-jaars lopend gemiddelde. Vanaf 1970 zijn er satellietwaarnemingen van de hele aarde, waarop alle tropische cyclonen te zien zijn. De aantallen variëren sterk per gebied, maar het totaal op de aarde is de laatste 35 jaar constant gebleven. Het aantal orkanen in de toekomst is lastig te voorspellen, omdat het aantal orkanen te klein is om in klimaatmodellen gesimuleerd te worden. Een nauwkeurige studie van het aantal stormen in relatie tot de toestand van de oceaan en de lucht waarin ze ontstaan (zeewatertemperatuur, stabiliteit van de atmosfeer, windschering, etc) geeft aan dat het ààntal stormen de komende eeuw waarschijnlijk niet veel zal veranderen, in overeenstemming met het constante aantal tot nu toe. |